De stortplaatsoplossingen van Naue voldoen aan de regelgeving

Regelgevende instanties over de hele wereld accepteren geokunststoffen al lang als een alternatieve ontwerpoplossing of hebben het gebruik ervan in bepaalde toepassingen zelfs verplicht gesteld. De afvalverwerkingssector heeft meer dan alle andere sectoren geprofiteerd van de eis om geokunststoffen te gebruiken in insluitings- en afsluitsystemen voor vast huishoudelijk afval. Europa, Duitsland en de Verenigde Staten zijn voorbeelden van de integratie van geokunststoffen in milieuregelgeving om negatieve gevolgen van het storten van afval voor oppervlaktewater, grondwater, bodem, lucht of de volksgezondheid te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken. Dit wordt bereikt door strenge technische eisen te introduceren.

Europa: De richtlijn storten van afvalstoffen

De richtlijn betreffende het storten van afvalstoffen (Richtlijn 1999/31/EG van de Raad van 26 april 1999) is een richtlijn die is uitgevaardigd door de Europese Unie en die door de lidstaten moet worden geïmplementeerd voor 16 juli 2001. De richtlijn is van toepassing op alle afvalverwijderingslocaties en verdeelt ze in drie klassen: (I) stortplaatsen voor inerte afvalstoffen, (II) stortplaatsen voor gevaarlijke afvalstoffen en (III) stortplaatsen voor ongevaarlijke afvalstoffen. De EU-richtlijn betreffende het storten van afvalstoffen vereist de bescherming van bodem, grondwater en oppervlaktewater door de combinatie van een geologische barrière en een bodemafdichting (waar deze barrières kunstmatig kunnen worden aangevuld en versterkt met andere middelen die een gelijkwaardige bescherming bieden, bijv. met een bentonietmat (GCL)) en naast de geologische barrière een percolaatopvang en een kunstmatig afdichtingssysteem (bijv. HDPE 2 mm geomembraan) voor gevaarlijke en ongevaarlijke stortplaatsen.

VS: Subtitel D-regelgeving

De goedkeuring van de Resource Conservation and Recovery Act (RCRA) in 1976 had zeker enige invloed op het internationale afvalbeheer, deels vanwege de enorme afvalsector in de Verenigde Staten. RCRA’s subtitel D had betrekking op vast huishoudelijk afval, en aan het begin van de jaren tachtig was het Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) subtitel D aan het verschuiven om geosynthetics te vereisen voor de langetermijnbescherming van bodems en grondwater. Dit zorgde voor een sterke verbinding tussen afvalbeheer en geokunststoffen, een verbinding die een aanzienlijke schaal voor projecten en onderzoek zou opleveren. Dubbelebekledingssystemen (primaire en secundaire bekledingen) zijn gangbare en zeer effectieve oplossingen geworden voor de insluiting in cellen voor vast stedelijk afval en gevaarlijk afval. De effectiviteit van geokunststoffen in basisbekledingssystemen en afdeksystemen heeft ertoe geleid dat afvalbeheer de hoogst gewaardeerde infrastructuursector in de Verenigde Staten is (ASCE Report Card on American Infrastructure). De goede resultaten op het gebied van vast afval hebben ertoe geleid dat de Amerikaanse EPA vergelijkbare op geokunststof materialen gebaseerde systemen eist voor het indammen van de grote steenkoolaslagen in het land. Over het geheel genomen onderstrepen de ervaringen in Duitsland en de Verenigde Staten waarom geokunststoffen zo welkom zijn in de regelgeving. Ze worden ondersteund door een uitgebreide staat van dienst, hebben gestage verbeteringen in installatie-efficiëntie en -technieken aangetoond en bieden kwantificeerbare, herhaalbare tests en gegevens om het vertrouwen in de chemische compatibiliteit, geschiktheid voor het ontwerp, economische selectie en nog veel meer voor afvalbeheer te ondersteunen.

Duitsland: BAM & LAGA

Sinds het einde van de jaren 1970 heeft de Duitse LAGA (Staatswerkgroep Afvalstoffen) aanbevelingen gedaan voor stortplaatsbekledingen. De administratieve bepalingen van de Technische Richtlijnen betreffende Afvalstoffen (1991) en Technische Richtlijnen betreffende Stedelijk Afval (1993) zorgden onder andere voor federale uniformiteit in de vereisten voor afdichtingssystemen voor stortplaatsen. Het werk van LAGA omvatte harmonisatie tussen 40 relevante goedkeuringsinstanties in Duitsland om uniforme nationale kwaliteitsnormen (BQS) en productspecifieke geschiktheidsbeoordelingen te creëren. Naast het werk van LAGA publiceerde de BAM (Bundesinstitut für Materialforschung und -prüfung) in 1986 de NRW-richtlijn voor geomembranen en in 1989 de barrièrecode voor Niedersachsen. De richtlijn Landfi ll uit 2009 heeft geholpen om volledige bevoegdheid voor BAM vast te stellen binnen het gebruik van geokunststoffen door de stortplaatssector. Vandaag de dag houdt BAM toezicht op de relevante geschiktheidsbeoordelingen voor geokunststoffen, voorschriften die nationaal worden gehandhaafd. Geokunststofproducten in Duitse stortplaatsbekledingssystemen moeten een levensduur van minimaal 100 jaar hebben.